Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want die [31]in zijn eigen vlees zaait, zal [32]uit het vlees [33]verderfenis [34]maaien; maar die [35]in den Geest zaait, zal [36]uit den Geest [37]het eeuwige leven maaien. 31. Die zijne goederen besteedt alleen om wellustiglijk daarvan te leven, of schatten voor zichzelven te vergaderen, en niet denkt op de onderhouding der kerkedienaars, noch der armen. 32. Dat is, uit dit misbruik der goederen, die alleen tot zijn vlees besteed worden. 33. Namelijk, tijdelijk en eeuwig. 34. Dat is, daarvan zal hij vergelding en vrucht verkrijgen. 35. Dat is, die zijne goederen besteedt tot geestelijke zaken, om Gods eer en de zaligheid der mensen daardoor te bevorderen, en den armen goed te doen. 36. Dat is, overmits hij zijne goederen tot geestelijke zaken besteed heeft. 37. Dat is, niet alleen hier in dit leven tijdelijken zegen ontvangen, maar ook hiernamaals de eeuwige gelukzaligheid, als ene vrucht der weldadigheid, niet uitverdienste, maar uit genade. Zie Matth.25:34,35, enz.